Geroepen lofzang te zijn

BERICHT VAN GRANDCHAMP 2018

Louer ensemble

 

« ” Donnez une voix à sa louange “, chante le psaume 66 pour dire la vocation essentielle, profonde de l’être humain. La prière liturgique quotidienne fait partie de la louange de toute la création à son Créateur. Elle nous fait entrer dans une louange qui nous précède, dans le temps et l’espace, qui continue après nous et ne s’arrête jamais. Elle ” se situe dans la communion des saints ” écrit fr. Roger dans sa règle. Elle rejoint ainsi la grande liturgie célébrée dans le ciel (Apoc 7 : 9-12), la louange du Christ devant son Père, son intercession pour toute l’humanité. Elle est prière de l’Esprit Saint qui vient en aide à notre faiblesse et nous apprend à prier en vérité. Il prépare nos cœurs à accueillir la Parole de Dieu et nous enracine dans l’adoration du Dieu unique et trois fois saint, Père, Fils et Saint-Esprit…
La louange commune nous tourne ainsi ensemble vers la Source pour recevoir jour après jour le don de la communauté. » (Louange des Jours à Grandchamp, introduction p. 8) Et le dimanche nous chantons :

 

« Toi qui nous appelles à être louange au milieu de la terre : gloire à toi !
Nous chantons ta louange au milieu du monde et des peuples,
au milieu de la création et des créatures ;
au milieu des souffrances et des larmes,
au milieu des promesses et des accomplissements ;
au milieu des conflits et des incompréhensions,
au milieu des rencontres et des réconciliations ;
au milieu des déchirures et des divisions,
au milieu de la vie, de la mort, de la naissance du ciel nouveau et de la terre nouvelle. »

Samen lofzingen

’Heel de aarde, juich voor God, bezing de eer van zijn naam, breng hem eer en lof’ zingt Psalm 66 om de diepste en meest wezenlijke roeping van de mens onder woorden te brengen. Het dagelijks liturgisch gebed is onderdeel van de lofzang van de gehele schepping voor zijn Schepper. Daarmee voegen we ons bij de lofzang die er vóór ons was in tijd en ruimte, die na ons doorgaat en nooit ophoudt. Het gebed ‘is het hart van de gemeenschap der heiligen’ zoals Broeder Roger het formuleert in zijn Regel. De lofzang gaat op in de grote liturgie zoals deze gevierd wordt in de hemel (Openbaringen 7,9-12), de lofzang van Christus voor zijn Vader, zijn voorspraak voor de gehele mensheid. Zij is het gebed van de Heilige Geest die ons bijstaat in onze zwakheid en ons leert in waarheid te bidden. Zij opent ons hart om het Woord van God te ontvangen en doet ons wortelen in de aanbidding van de ene en driemaal heilige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. De gezamenlijke lofzang richt ons op de Bron om iedere dag opnieuw de gave van gemeenschap te ontvangen.” (Louange des Jours à Grandchamp, p.8) Zondags zingen we deze litanie:

“Gij die ons roept lofzang te zijn midden in de wereld, ere zij U!
Wij zingen uw lof te midden van de wereld en van de volkeren,
te midden van de schepping en van de schepselen,
te midden van verdriet en lijden,
te midden van belofte en vervulling,
te midden van conflict en misverstand,
te midden van ontmoeting en verzoening,
te midden van verscheurdheid en verdeeldheid,
te midden van het leven en de dood, de geboorte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”.

Dit is ook ons thema voor dit jaar.
Gij die ons roept… Iedere dag opnieuw is er deze roep tot gezamenlijke lofzang. Wij zijn geschapen voor de lofprijzing, om onze Schepper te bezingen, om onze vreugde te uiten dat we mogen leven en om te getuigen van zijn handelen in onze persoonlijke en gezamenlijke levensgeschiedenis. “Prijs de Heer, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam, vergeet niet één van zijn weldaden” (Psalm 103). God wil dat wij gelukkig zijn! Dat is onze identiteit als kinderen van God.

… lofzang te zijn… Dat wil zeggen bewust schepsel zijn, met al het geschapene, in relatie tot de Schepper. Dat vraagt onze volledige inzet, maar laat ons ook volkomen vrij. Zijn… dat houdt in Gods lof te zingen en te doorleven in alles wat op ons afkomt zoals in de litanie hierboven wordt genoemd.

Wij zijn gemaakt om zelf lofzang te worden: ons hele leven is gericht op dat “worden”. En als onze lofzang, als de klanken van een violist, opstijgt tot God, raakt dat ook de mensen om ons heen. De lofzang wordt beleefd in onderlinge verbondenheid. Het verbindt ons zowel verticaal als horizontaal, een verbindingslijn tussen hemel en aarde.

… te midden van… Lofprijzing gaat gepaard met strijd want het omvat alles. Het goede en het minder goede, het neemt alles in zich op. Broeder Richard zei tijdens onze retraite: “In de Psalmen staan de woorden loven, danken en zegenen, dikwijls in de toekomende tijd. Het is niet vanzelfsprekend: er zijn veel klaagliederen, smeekbeden. God lof toezingen is niet een rustig voortkabbelende rivier, maar wordt onderbroken, verscheurd door moeiten en beproevingen. Jona is daar een mooi voorbeeld van. Wat doet hij wanneer hij in de zee wordt geworpen en, erger nog, wordt opgeslokt door het zeemonster? In deze totaal uitzichtloze situatie denkt hij aan God en zingt een lofzang: “Het is de Heer die redt”! (Jona 2,10). “En als hij (Jona) niet tot degenen die lofprijzen had behoord, dan was hij in de buik van de vis gebleven tot de dag waarop men wordt opgewekt.” (Koran, Soera 37,143-144). Zij die God loven en prijzen zullen ten volle leven. Dat is de dimensie van Pasen in de lofzang: door de dood naar het leven. Allen die daarin zijn voorgegaan nemen de anderen mee in hun lofzang.

Wat lofprijzing in een extreme situatie betekent, heeft Eloi Leclerc als jonge broeder  ervaren, even voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Met een grote groep gevangenen bevond hij zich in een van de vele doodstransporten. Toen een van hen in de treinwagon stervende was, begonnen de anderen het “Zonnelied” van de heilige Franciscus te zingen:

… Geloofd zijt gij, mijn Eeuwige, met al uw schepselen, vooral heer broeder Zon…
… Geloofd bent u, mijn Eeuwige, voor zuster maan en de sterren…
… Geloofd bent u, mijn Eeuwige, voor ieder die vergiffenis schenkt door uw liefde en die ziekte en verdrukking en pijn verdragen in vrede…
(Louange des Jours à Grandchamp, p.192)

Lofprijzing is dus ook een manier om weerstand te bieden aan het kwaad. De Heer loven en prijzen, zijn naam aanroepen in situaties van gebrokenheid, bij de dood en zelfs in de dood. Zo blijven we mensen, zelfs in onmenselijke omstandigheden. En dat terwijl we er juist dikwijls toe neigen ons te laten meevoeren in de heersende stroom van somberheid. Hierdoor lopen we het gevaar iedere beproeving als zinloos te ervaren en dreigen we er in te blijven hangen. Om doorgang tot leven te worden is een zekere eenvoud nodig, de bereidheid te luisteren en ontvankelijk te zijn, zoals die bij de herders, Zacharias en Maria. Dan welt een lied van bevrijding op!

Ook Etty Hillesum is zo’n sterk voorbeeld van diep doorleefde lofprijzing “ondanks alles”: “Ik vind het leven mooi en ik voel me vrij. In mij ontvouwen zich hemelen zo wijd als het universum. Ik geloof in God en ik geloof in de mens… Ik ben een gelukkige vrouw en ik zing de lof op dit leven, ja, u leest het goed, in 1942, in dit zoveelste oorlogsjaar”. (“Het verstoorde leven”, Dagboek van Etty Hillesum)

Lofzang die waarlijk alles omvat: lijden, verdeeldheid, dood, verzoening, leven. Om alles te openen voor de Bron die ons toegang geeft tot vreugde, eenvoud en  barmhartigheid.

Zuster Anne-Emmanuelle

Halleluja

In het Eerste Testament, en dan vooral in de Psalmen, klinkt de uitroep halleluja voort-durend. We vroegen aan Professor Armand Abécassis om ons een Joodse uitleg te geven van dit woord. Meer dan dertig jaar kwam hij naar onze communauteit. Veel mensen hebben door hem kennis gemaakt met de rijkdom van de Midrash:

« ‘Hallel’ is het Hebreeuwse woord voor lofprijzing en komt voor in het woord ‘haleloejah’ in de Psalmen. Dit woord kun je ontleden in ‘haleloe’ (prijs of loof) en ‘jah’ (God). Maar wat betekent dat precies: God loven? Het woord ‘loven’ (louer in het Frans) komt van het Latijn ‘laudare’ wat betekent: iemand prijzen, iemand met iets gelukwensen, iemands verdienste benoemen. Je herkent het in uitdrukkingen als ‘iemands lof verkondigen’ of ook ‘hem komt alle lof toe’. Het is duidelijk dat deze betekenissen niet toepasbaar zijn op ‘God loven en prijzen’! Je kunt toch niet God gelukwensen of zijn verdiensten benoemen. Laten we daarom kijken naar wat het Hebreeuws ons wil zeggen over de relatie met God zoals weergegeven in het woord ‘hallel’. De basis vormt het woord ‘hal’, of in het Arabisch ‘al’. In het Hebreeuws wordt de l van ‘hal’ soms geabsorbeerd door de erop volgende letter; b.v. ‘tov’ (goed) wordt met ‘hal’: ‘hattov’ (het goede). De l wordt vervangen door de dubbele t. Bij het woord ‘hallel’ is de l verdubbeld tot ‘hall’ en zo komen we bij de ware betekenis: het brengt de authentieke relatie van diepe vreugde tot uitdrukking die de gelovige voelt ten aanzien van God. Met ‘hallel’ bezingen we de eigenschappen van God, de hoedanigheden waardoor en waarin God zich aan ons vertoont. De 150 Psalmen met alle hallelujas zijn gezangen, gebeden, uitroepen en aanroepingen tot God onze Schepper en Bevrijder. God loven en prijzen is niets anders dan verheugd uitroepen wat hij ons openbaart van zichzelf. Joden en christenen zouden samen de ‘hallel’ tot God moeten zingen, d.w.z. samen getuigen van onze vreugdevolle trouw aan wat het essentiële kenmerk is van Degene die iedereen God noemt: Hij is Schepper en Bevrijder.

De Schepping houdt in: scheiding tus-sen de natuur en God. Niets in de we-reld kan ‘goddelijk’ verklaard worden, noch haar orde noch haar uitzonderlijke schoonheid. Dat betekent dat deze orde en schoonheid op zichzelf niet model kunnen staan voor het menselijke, individuele of collectieve gedrag. Door dit uitgangspunt konden de Hebreeërs zich onderscheiden van het heidendom en zich ertegen verzetten. Dit moeten we dus luidkeels uitroepen en zingen in de huidige wereld die zich overgeeft aan het model van de natuur in de vorm van economische, technische, militaire machten en krachten en die op het ge-bied van de informatica. Door te loven getuigen wij van het onderscheid tussen de spirituele principes die betekenis geven aan het menselijke bestaan, en de wetten die de orde en de schoonheid van de natuur verzekeren. De schepping betekent dat we met één voet in deze wereld en met de andere voet in een andere wereld staan, van morele en spirituele orde, die er nog niet is maar er zal zijn. Wij leven in twee werelden tegelijk: een die er is en een die er zal zijn.

Zo is onze vrijheid en verantwoor–delijkheid zeker gesteld. Dankzij zijn Woord en zijn Wet blijven wij meester over de bovengenoemde machten en krachten en verbinden we ons te leven volgens Zijn morele en spirituele orde die de natuur overstijgt.

Dit is de betekenis van de ‘hallel’ en het ‘haleloejah’: dat Joden en Christenen in deze wereld samen zingen, dat de God die wij dienen Degene is die de bevrijding wil van de mens omdat hij Schepper is van de wereld. Naar zijn beeld moeten wij onze wereld scheppen door het Woord dat hij ons heeft toevertrouwd.»

Armand Abécassis

Met Armand en voor hem zeggen we halleluja! Voor wat hij met ons gedeeld heeft dat ons hart opende voor het Woord. Openheid die zal blijven, ook al geeft hij nu geen lezingen meer in Grandchamp.

 

Onze aandacht voor de oecumene, ‘oikoménè’, de hele bewoonde wereld, omvat natuurlijk ook de interreligieuze dialoog. In de beginjaren van de communauteit is een zuster naar Israël uitgezonden, een andere naar Algerije; daarna zijn andere zusters hen gevolgd en zo zijn er banden gesmeed tussen daar en hier. Na de joodse uitleg van Armand Abécassis volgt hier een bijdrage van Allaoui vanuit de Islam. Hij behoort tot de Soefi beweging van sjeik Bentounès, die bij de Verenigde Naties met succes heeft gepleit voor het instellen van de internationale ‘Dag van het Samen Leven in Vrede’. Wij hebben op die dag – 16 mei – een speciaal gebed gehouden. Ook heeft Allaoui voor enkele soefi’s en een zuster van het klooster ‘Mar Moussa’ bij ons een retraite geleid. Enkele zusters van ons hebben aan hun gebed deelgenomen:

«In de Naam van God de Barmhartige en de Lankmoedige

De goddelijke wijsheid leert ons: ”Ook al wilde u de weldaden van God tellen, dan zult u daar niet in slagen”.
En ook wordt er gezegd: ”Verzeker u van de weldaden van God door uw lofzang”.

Op een ochtend, toen ik wakker werd met een opstandig gevoel vanwege de narigheden die het aardse leven met zich meebrengt, kreeg ik een berichtje:
“Een blinde en gehandicapte man die ook nog aan een ernstige ziekte leed, loofde de Heer met krachtige stem, vol vuur en liefde. Een voorbijganger, getroffen door de situatie, bleef staan en zei: ‘Salam, vriend, ik begrijp niet dat je de Heer zo vol vuur en liefde kunt prijzen in deze beproevingen’. De blinde antwoordde: ‘Hoe zal ik de Heer niet prijzen? Hij heeft me mijn tong laten behouden om Hem lof toe te zingen. Hoe zou ik Hem dan niet prijzen?’ “

Kunnen wij de weldaden van God echt tellen? Ik geloof het niet. Wij zullen altijd bij hem in het krijt staan. Laten we daarom aan de goddelijke Aanwezige, de Absolute, vragen ons te leren hoe hem te loven, opdat zijn verborgen weldaden aan het licht komen en we als ‘mensen van hart’ kunnen zeggen: “Als God een dienaar liefheeft ontsteekt Hij in hem het innerlijk licht dat zo intens is dat hij de oorsprong, de ontwikkeling en voleinding van al het zijnde kan zien.” Zo komt zijn hart tot rust tegenover de goddelijke verordeningen en kan hij vol overtuiging zeggen:

“Elhamdoulillah wa choukroulillah” (Lof aan U, o Heer, en dank voor al uw geboden, opdat wij mogen doen waartoe u ons geschapen heeft.)
Terecht zeggen wij: “Heer, mijn lofzang voor u zal blijven klinken tot voorbij de grenzen van de vergankelijkheid.”»

Allaoui Abdellaoui

A praise that leads to a deep peace: Shalom, Salam on all peoples! 

Lofprijzing in ons dagelijks leven

Ons dagelijks leven is de plaats van onze lofzang, hoe dat er ook uitziet en in alles wat ons beweegt, in een tijd die almaar sneller lijkt te gaan, met on-vermijdelijke hoogte- en dieptepunten.

Gebeurtenissen, die ons dagelijks leven gestempeld hebben:

–               in de communauteit: in onze studie-week aan het begin van dit jaar en tij-dens de zusterraad van deze zomer spraken we met Marc Donzé over de Eucharistie, Sophie Reymond gaf een verhandeling over de Apostel Paulus, Broeder Richard uit Taizé leidde onze jaarlijkse retraite. Een Bijbelstudiedag met zr Christianne en Maria de Groot was voor ons een mooie gelegenheid om kennis te maken met hun werk in Nederland! De professie van onze zusters Dana en Martina Anna blijft een onvergetelijk moment van loven en danken. De aanwezigheid van Broeder François en zijn overdenking hebben ons bijzonder geraakt. Het was alsof hij zijn geestelijk testament verwoordde. Zijn overlijden op 18 oktober, tijdens het avondgebed in Taizé, heeft ons diep bewogen. Met hem verliezen wij een broeder die ons gedurende bijna 60 jaar! zoveel heeft gegeven en begeleid door zijn overdenkingen, retraites en zijn persoonlijkheid.

–               In gedachtenis:

Wij gedenken en danken God voor het leven van onze zusters Danièle en Paule. En we noemen ook Theo Schneider, Claude Rollier, Michel de Montmollin, Jacqueline Calame en Jean-Samuel Grand en danken voor hun jarenlange vriendschap en verbondenheid.

–               Oecumenische gebeurtenissen:

  • De Europese ontmoeting van Taizé in Bazel, waar onze zusters van de Sonnenhof en veel kerken, o.a. die van Gelterkinden bij betrokken waren.
  • Een viering in de Arche, gevolgd door een gesprek met de drie schrijvers van het boek: “Pour que plus rien ne nous sépare, trois voix pour l’unité” (Opdat niets ons meer zal scheiden, drie stemmen voor de eenheid), door Shafique Keshavjee, protestant, Claude Ducarroz, rooms-katholiek, en Noël Ruffieux, oosters-orthodox.
  • De komst van Mgr Samir Nassar, aartsbisschop van Damascus op uitnodiging van de rooms-katholieke kerk van Neuchâtel en de ontmoeting met hem in Grandchamp. Het avondgebed volgens de Maronitische ritus werd bijgewoond door vertegenwoordigers van verschillende kerken in ons Kanton, gevolgd door een rondetafelgesprek met de bisschop over de situatie van de Kerk m.n. in Syrië.
  • Het bezoek van Paus Franciscus aan Genève ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de Wereldraad van Kerken. Twee zusters waren hierbij aanwezig.
  • De bijeenkomst van de Gemeenschap van Protestantse Kerken in Europa (GPKE) in Bazel. Vertegenwoordigers van de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerken ondertekenden een akkoord over versterking van samenwerking. Vier zusters hebben samen met anderen het avondgebed geleid waarbij de orde van dienst werd gebruikt uit “Louange des Jours à Grandchamp”!
  • De bijeenkomst van religieuzen en leden van christelijke bewegingen in Baar (Zwitserland), waarbij Kardinaal Joao Braz de Aviz van de congregatie voor het religieuze leven aanwezig was. Zr Anne-Emmanuelle, vergezeld van zr Siong, heeft daar over de communau-teit gesproken.
  • Een Forum voor monialen in Spanje waaraan zr Regina en zr Svenja hebben deelgenomen.
  • Een jubileum: Al 10 jaar komen mensen van verschillende christelijke denominaties in ons kanton bijeen voor een gebed met Taizéliederen.

–               En nog enkele ontmoetingen waren aanleiding tot contacten, zoals het “Forum Chrétien Francophone” in Lyon en “Ensemble en chemin”, (Samen op weg) dat deel uitmaakt van de beweging “Samen voor Europa”.

 

Lofzang in het Heilige Land

Dat beleefden zr Siong en zr Lucie-Martine gedurende twee maanden met de zusters van de Carmel St Jozef in Isfyia, een Druzisch gebied in Israël. Een mooie en rijke ervaring in zusterschap en oecumene. Bovendien was er ruimte voor talrijke ontmoetingen in het land en konden onze zusters de Goede Week en Pasen in Jeruzalem meevieren.

Lofzang en getuigenis

Twee jonge vrouwen uit Madagascar schrijven ons hoe zij de lofzang tot God beleven. Zij voelen zich nauw met ons verbonden en worden als ‘volontair’ zeer gewaardeerd. Zij schrijven:

« God is een God van liefde, bron van vreugde, vrede en genade. Schepper van alle leven, van de wereld en van het universum. Lofprijzing is een moment van dankbaarheid, diepe vreugde die onze band met God sterker maakt. Het is een element in ons leven als christen dat ons geloof levend houdt en inspireert en ons vreugde in Christus geeft, die het lijden en de moeilijkheden in de wereld overstijgt. In dit getuigenis willen we graag delen wat we beleven bij de lofprijzing op twee verschillende plaatsen. De eerste plaats is Mada-gascar, een schitterend eiland vanwege de natuur en de biodiversiteit, maar ook een land dat hard moet strijden tegen armoede, voor rechtvaardigheid voor allen en voor behoud van de schepping. De tweede plaats is Grandchamp, waar wij vaak komen als ‘volontair’.

Op Madagascar is de meerderheid van de bevolking christelijk. Iedere zondag komen duizenden mensen naar de dienst om God te loven. Deze verbondenheid met God getuigt van hun geloof in zijn Woord dat levend is en leven schenkt, ook in situaties van armoede en vol problemen. Het getuigt ook van hun geloof in zijn genade. Bij de bijeenkomsten van jongeren uit onze gemeente, iedere zondag, klinkt hun lofzang tot God vrijuit. Eerst is er een moment van vrij gebed waarbij iedere aanwezige de Heer innerlijk looft en dankt, dan is er de psalmlezing gevolgd door liederen met dans en vreugdekreten. Lofprijzing zet ons hart en ons lijf letterlijk in beweging! Hardop bidden, zingen, de handen opheffen, dansen: dat alles is onze lofzang tot God. Deze vrijheid van expressie maakt ons innerlijk vrij en verheugt ons hart, zelfs in momenten van onbegrip, van vreugde en van verdriet. Lofprijzing is dan ook het leven zelf, de vreugde om te leven, die ons met elkaar en met God verbindt.

Ook in Grandchamp hebben wij de lofprijzing diep beleefd, maar wel anders. Hier wordt het tot uitdrukking gebracht door stil te zijn voor God, door het zingen van een psalm en door onderlinge uitwisseling met de ‘volontaires’ die uit de hele wereld komen. De stilte gedurende de diensten of bij het werk schept ruimte voor de Geest, die in ons woont, om te bidden en te loven op een wijze die alle woorden te boven gaat. Het zingen van de psalmen maakt het levendig en brengt ons dichter bij elkaar. Het gezamenlijk loven van God is voor ons een voorafspiegeling van de hemelse lofzang, onverschillig uit welk land ieder van ons afkomstig is. De lofzang echt beleven betekent God op de eerste plaats stellen en Hem erkennen als alwetende, almachtige en alom-tegenwoordige Heer. Zo kan zijn op-roep aan ons om lofzang te zijn midden in de wereld geleefd worden in alle eenvoud, met lichaam, ziel en geest.»

Santatra en Harena Rajaonarivelo

Lofzang en verbondenheid

  • Met de Derde Orde van de Eenheid in Benin waar twee nieuwe leden zich hebben verbonden: Isaak Assogba en Nathanael Fagla.
  • Met allen die deel uitmaken van onze spirituele familie.
  •  Met allen die wij ontvangen voor een tijd van stilte en retraite.
  • Met allen – en dat zijn er steeds meer – die ons steunen met hun praktische hulp: de vrijwilligers die voor langere tijd bij ons zijn en de vrijwilligers die één of twee keer per week komen. Met de laatsten hebben we twee keer een ontmoetingsdag gehouden, die door allen bijzonder gewaardeerd werden!
  • Met hen die zoeken naar een meer uitgesproken band met de communauteit. Wij proberen goed te luisteren naar de vragen die hen bezighouden.

Lofzang en verwachting

Verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. In die hoop op een wereld van vrede en geluk voor allen, willen wij u danken voor uw steun, uw vriendschap, uw gebed en wensen wij u gezegende feestdagen!

De zusters van Grandchamp