Iets nieuws …

… bloeit
Bericht van Grandchamp 2021

“Wat zie je?”

Wat een mooi thema kregen we mee toen we de periode van quarantaine in januari achter ons lieten! “Wat zie je? Ik zie een amandeltwijg” (Jer.1:11).

Moeilijk, nu we ons machteloos voelen bij het lijden en de beproevingen waardoor zoveel landen geteisterd worden, maar die ook onze eigen omgeving en ons persoonlijk leven treffen. En toch wordt deze vraag van God aan Jeremia ook aan ons gesteld. Het is een aansporing tot hoop, vertrouwen, verwondering en dankbaarheid die ons verbinden met de goddelijke bron in ons en ons mede-schepper maken naast God. God schept wat nieuw is, geeft ons nieuwe dingen te zien. Maar laten we deze vraag wel binnenkomen? “Wat zie je?” Wat zien we, voorbij de chaos, voorbij wat een eindpunt lijkt te zijn, een dood? Kunnen we daar ook nieuwheid van leven in zien, een teken van God?

Om te kunnen zien is het essentieel ons hoofd op te richten en onze blik te verfijnen bij het luisteren naar de stem van God in ons hart. Dan kunnen we de amandeltwijg zien uitbotten tot een kwetsbare, zuivere bloesem die onze aandacht verlegd van een beperkte en beperkende gedachtestroom naar iets nieuws: wat een belofte draagt deze bloeiende tak in zich! In deze onzekere en aangrijpende tijd maakt een teder, mooi, poëtisch teken van leven ons hart ruim en wijd en geeft ons weer vertrouwen en levenskracht. Jeremia kan weer verder leven in de hoop dat er een toekomst is vol ontluikend leven. God waakt: Hij is altijd aanwezig en toont Jeremia een teken van nieuw leven, de amandelbloesem, om hem staande te houden bij de aangekondigde tegenslagen.

Broeder Richard van Taizé vertelde ons gedurende de retraite dat Jezus dit beeld van breekbare schoonheid herneemt met het beeld van de leliën van het veld (Mat.6). Hij benadrukte dat we deze fragile schoonheid mogen aanvaarden en beminnen, de liefde van God zal ons nooit verlaten. Gewoon ‘zijn’, in het hier en nu, op je eigen plek in het grotere geheel: geborgen in de liefde van God. Dat kan ons bevrijden van kwellingen en angsten.

In het Hebreeuws heeft het woord “amandeltwijg” hetzelfde grondwoord als het werkwoord “waken”. God waakt en roept ons op dat ook te doen. Hij nodigt ons uit waakzaam te zijn, wat leidt tot ontwaken, tot aanwezig zijn met heel ons wezen, met al onze zintuigen. Ja, deze amandelbloesem is kwetsbaar en delicaat, maar zij brengt vruchten voort die beschermd worden door een harde schaal die je moet kraken om ze te kunnen eten. Wat een transformatie! Waken, ontwaken met een nieuwe blik. Teken van hoop om naar uit te kijken; deze kleine amandeltwijg in bloei als teken dat God ons geeft van zijn actieve Aanwezigheid. De schoonheid ervan zien. “Schoonheid die de wereld zal redden,” zoals Dostojewski het formuleert. De blik van de kunstenaar maar ook die van een kind is daarvoor het meest geschikt. Beiden, ieder op hun eigen manier, hebben die open blik en dat vermogen tot verwondering. Schoonheid is overal, maar haar ook echt zien vraagt van ons stil te worden en de tijd te nemen om voorbij het zichtbare van de wereld de Onzichtbare te ontwaren die ons een teken geeft.

“Wat zie je?” Aandachtig kijken en luisteren. Eenvoudigweg er zijn. De durf hebben onze eigen zekerheden opzij te zetten. Het gevaar schuilt in het eenheidsdenken, wat zo gestimuleerd wordt in deze onrustige tijden. Het alleen-maar-denken dat meent de waarheid in pacht te hebben en zich afwendt van de intuïtie, die ruimte in ons, wijder dan het denken. Het denken dat zich afzet tegen alles wat opwelt vanuit die andere dimensie die ons te boven gaat, wat ons verrast, niet logisch is maar zachtjes binnenkomt wanneer we luisterend bidden. “Mijn plannen zijn niet jullie plannen en jullie wegen zijn niet mijn wegen”– zo spreekt God (Jes.55:8). 

“Luisteren”, zo zeggen de rabbijnen, “betekent op bezoek komen in de leefwereld van de ander”. Dus zonder die te willen pakken, toe-eigenen of ombuigen naar mijn eigen zienswijze. Het is het vermogen om van perspectief te wisselen. Luisteren is: mijn eigen reacties en opinie welbewust een poosje voor me te houden, om er via de zienswijze van de ander weer op terug te komen, na hem alle ruimte te hebben gegeven zich uit te spreken. Alleen maar aandachtig aanwezig zijn bij de Ander en bij de anderen. Ruimte geven aan de adem van de Geest. Dan kan er iets nieuws ontstaan. Zó luisteren betekent werkelijk in de Liefde zijn. Betekent de parabel van gemeenschap werkelijk beleven.

Dat wij de weg zoeken van geestelijke groei komt doordat we op een bepaald moment in ons leven geconfronteerd werden met de ogenschijnlijke zinloosheid van de dood. Dat bracht ons ertoe God te zoeken en te geloven dat er ondanks alles wél betekenis is. Ergens, diep in ons hart, wéten we dat we van God komen en tot Hem terugkeren. Onze tijd op aarde zou ons er toe moeten brengen verankerd te blijven in de werkelijkheid van de goddelijke wereld, van het Koninkrijk, opdat dit zichtbaar wordt door onze manier van leven, door ons luisterend oor. En… door altijd te kiezen voor het leven! Op deze manier kan de huidige pandemie, die ons confronteert met de dood in werkelijkheid een bron van leven worden, wanneer we, zonder vluchtpogingen, de situatie onder ogen durven zien.

“Wanneer de wereld om ons heen ons angst aanjaagt stelt de christelijke hoop ons een heel eenvoudige vraag: hoe maak ik van deze gelegenheid gebruik om te groeien in liefde?” (Adrien Candiard). Het thema van dit jaar zet ons ertoe aan aandachtig te kijken naar de schoonheid van het leven, er ons over te verheugen en te luisteren naar de weerklank ervan in ons hart, in plaats van gefocust te blijven op wat niet goed gaat. “Alles aangrijpen om in liefde te leven,” en zo bijdragen aan de transformatie van duisternis in licht.

Een grotere Liefde omringt ons, waarvan niets ons zal kunnen scheiden. Moge we deze werkelijkheid ontvangen en het ons gegeven Leven, dat zo mooi is, beminnen. Zelfs als diepe duisternis en dood ons dreigen te overweldigen licht deze Werkelijkheid op en wenkt ze onophoudelijk naar ons. We hoeven slechts de oren en ogen van ons hart te openen!

Wat zie je, nu het nieuwe jaar weldra aanbreekt? Waar ben je bereid aandachtig naar te kijken? Bij de geboorte, in alle armoede, van dit Kind, wat kiezen we? Wat willen we zien? Zoals broeder Alois het formuleert: ”Laat Christus onze blik vernieuwen”. Ja, wordt daarmee niet alles samengevat?

Zr. Anne-Emmanuelle

Nadat in de zomer van 2020 het Corona-virus leek te zijn bezworen, kwam in het najaar een nieuwe golf over ons heen en moest iedereen op nieuw zien hoe er mee om te gaan: een oproep tot bezinning, zingeving of nog meer.

Hier volgen twee ervaringen:

Gedragen door golven van gebed

Ontwaren we het werk van de Geest in de destabiliserende tijd die de wereld doormaakt? Hier een klein voorbeeld:

Onze gemeenschappelijke reflectie voor de Week van Gebed voor eenheid van christenen begon al drie jaar geleden. De vieringen, de teksten – zorgvuldig voorbereid met hulp van de Wereldraad voor Kerken en de Pauselijke Raad voor de bevordering van de Eenheid der christenen – werden gepresenteerd in het boekje van 2021, dat al tijdens het voorbereidingsproces gelezen en gewaardeerd werd door velen!

Alles was dus af, klaar, perfect; de liturgie, de gebeden, onze online-presentie. Maar, begin januari, werden we geraakt en in quarantaine gezet door Zuster Corona! We maakten ons zorgen over de zieke zusters; werden in beslag genomen door basisbehoeften als voeding en gezondheid; en baden dat niemand te ernstig ziek zou worden.

Ik zat in mijn quarantaine-kamer, alleen en ziek. Ik was verdrietig, boos ook. Ieder had het boekje ontvangen met de gebeden en teksten voor de week, eigenlijk voor het gezamenlijke gebed. En nu moesten we dat dus ieder voor zich in z’n eentje bidden, met je eigen bijbel, kaars en icoon. “Wat een zielige boel” dacht ik, boos starend uit het raam. Een paar zorgeloze vogeltjes waren druk in de weer met hun nest onder de hoek van het dak van de Ark, onze kapel die nu leeg stond!

En toen, als was het de Heilige Geest, herinnerde ik mij een vers uit psalm 84; “Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt, bij uw altaren, HEER van de hemelse machten, mijn koning en mijn God.

Op dat moment draaide er iets in mij om. Plots realiseerde ik me; als wij als gemeenschap sinds het begin van ons bestaan hebben gebeden voor eenheid van christenen, kunnen we dan niet een weekje gedragen worden door het gebed voor eenheid van anderen? Als zovelen, over de hele wereld, bidden met de materialen en teksten die wij hebben aangedragen, mogen wij dan deze specifieke week simpelweg voor onszelf zorgen? Gebed begint of eindigt niet met onze persoonlijke inzet, falen of succes, het zijn golven van gebed waarop we varen. En die golven zijn zo sterk, dat gaat ook wel een weekje zonder ons, we worden hoe dan ook gedragen!

Gelukkig konden de niet-zieke zusters, ergens in het midden van de week, weer bij elkaar komen voor één viering per dag. En de golf van gebed droeg mij er ook doorheen, hielp me om met heel mijn hart te bidden in mijn kamer, geïsoleerd en ziek. Zou ik dat hebben gekund als de gebedsweek was gelopen zoals we van te voren hadden bedacht? Daar ben ik niet zo zeker van.

Ja, de wegen van de Geest zijn verrassend, gooien omver. En toch, daarin kunnen we de hand ontwaren van Degene die ons draagt… Mogen we met open zeilen varen op de golven van het gebed, voort geblazen door de wind van de Geest!

Zr. Marlieke

Van Hilary in Engeland

De pandemie! Aan het begin van de eerste lockdown zei ik tegen mezelf en had dat zelfs opgeschreven: “Dit is ons, Servantes de l’Unité (SU) op het lijf geschreven, dit zijn wij gewend! Ons leven in afzondering en gemeenschap van gebed, dat is toch onze roeping?” Maar dat was toch te snel door de bocht, de lockdown duurde langer dan we dachten. Een ieder van ons heeft veel contacten met mensen die we nu niet konden zien. Bovendien bleven de kerken lange tijd dicht: geen eucharistie of eredienst, geen samenzang, geen parochieleven. Maar misschien was de beklemmende sfeer van onzekerheid en angst nog wel het meest indringend.

Al enige tijd nam ik op de dagen dat ik thuis was, deel aan het avondgebed van de communiteit. Aan het begin van de pandemie merkte ik al snel dat ik geneigd was ’s morgens steeds langer in bed te blijven liggen en ’s avonds steeds later te gaan slapen. Ik had behoefte aan meer structuur, een vast dagritme. Gelukkig was het lente en kwam de zon elke morgen een paar minuten eerder op. Ik kreeg er plezier in om elke ochtend om 6 uur op te staan en om samen met de communiteit te bidden en Gods lof te zingen (voordat mijn hoofd volliep met gedachten en de taken van alledag). Ik maakte tijd voor persoonlijk gebed en meditatie voor het ontbijt. Ja, het bleek mogelijk om bij de computer te bidden, terwijl ik door het raam naar de bomen keek die uitliepen, in bloei kwamen en weer gele bladeren kregen.

Het werd Pasen, even na het begin van de eerste lockdown. Er was geen sprake van een eredienst of liturgie in onze parochies. Maar de communiteit deelde de Paasretraite met ons en we konden deze via internet meemaken. Ik vond het geweldig! Paasochtend ben ik zelfs om 4 uur opgestaan om buiten een klein paasvuur aan te steken! Ik wist dat ik dit beleefde met de zusters van de communiteit en met veel Servantes die ook steeds vaker op afstand meebaden. En daardoor met de Kerk in de breedste zin, meer dan alleen via Internet.

In januari 2021 moesten ook de zusters in afzondering en kreeg ieder voor zich te maken met de eenzaamheid van de eigen kamer. Plotseling viel de uit–zending vanuit de Ark weg. Voor ons in de diaspora was het een schok, een groot gemis, maar het herinnerde er ons ook aan dat ons gezamenlijk gebed niet afhankelijk is van internet. En de meditaties voor de Week van gebed voor eenheid van christenen waren al verspreid. Wij, Servantes (tenminste velen onder ons) hadden, net als talloze anderen, inmiddels geleerd via Zoom bijeen te komen. Zo hebben we de Week van 18 tot 25 januari veel intenser beleefd dan gewoonlijk.

Maar de pandemie was niet voorbij. Iedereen bleef thuis in afzondering. Door ons ’s ochtends en ’s avonds te verbinden met het gebed van de communiteit opende de wereld zich voor ons. Samen baden we voor mensen en concrete situaties. Meer nog, deze aanmoediging hebben we nodig om het gebed vol te houden. Het is dan ook een grote steun ons op bepaalde momenten van de dag te kunnen associëren met het gebed van de communiteit.

Laten we God dan danken voor wat we in deze onvoorstelbare tijd hebben ontdekt: heel deze weg samen in het gebed. En dank aan de communiteit voor alles wat zij met ons deelt en mogelijk is door de techniek.

Het praktische werk ging ook tijdens de pandemie door. Zagen we iets nieuws? Vrijwilligster Martine vertelt:

Mijn eerste herinneringen aan de communiteit dateren uit de tijd toen ik twintig was en wij met een groep jongeren uit Colombier en Neuchâtel naar de vieringen kwamen. We waren fans van zuster Anne-Marie en kwamen soms binnen met ongestemde gitaren nadat we de nacht rond een kampvuur aan de oever van het meer hadden doorgebracht. Sinds die tijd is dit een speciale, vertrouwde plek voor mij, een bron van vrede. Toen ik dus na mijn pensioen, na 30 jaar leven in Genève, weer in Auvernier ging wonen, kwam het verlangen in mij op om deel te nemen aan het dagelijks leven van de communiteit.

Iedere woensdag help ik in de wasserij en haal zo’n honderd vaatdoeken, handdoeken en andere doeken door de mangel, getuigen van het drukke arbeidzame leven dat zich afspeelt in deze ogenschijnlijk zo stille ruimten. Stapels servetten waarvan sommigen me herinneren aan het linnengoed in ons ouderlijk huis, damast versierd met mysterieuze initialen die bijna doorzichtig zijn geworden door het vele gebruik. De zakdoeken raken mij het meest, vooral als het er veel zijn: al die bacteriën! of zijn het misschien tranen? Soms zijn er grote witte tafellakens: zijn er feesten geweest of verjaardagen? Ik hou ook heel veel van de sluiers van de zusters omdat hun namen erin staan waardoor ik me elk gezicht voor de geest kan halen en een gedachte aan iedere zuster kan wijden. Zo voel ik iedere week opnieuw dat ik deel uit maak van de familie.

Deze verbondenheid met Grandchamp brengt structuur in mijn leven als gepensioneerde. Iets nuttigs, concreets en eenvoudigs doen geeft me voldoening, een tijd om pas op de plaats te maken in de stilte die de communiteit en mij zo dierbaar is, het voorrecht van samen delen dat uitmondt in de avonddienst.

Als ik weer thuis ben, zie ik vanaf mijn balkon het hoge dak van de Ark. Het is geen kerktoren maar … een ster! Ik moet hierbij denken aan een gezegde van één van mijn zangleraren, die gestorven is aan aids: ‘Wanneer je een rechte ploegsnede wilt trekken, laat je dan leiden door een ster…

De voorgaande bijdragen openden onze ogen voor nieuwe details.

En wat zien we voor nieuws in het leven van de communauteit?

In Grandchamp werd onze aandacht vaak in beslag genomen door de pandemie en bijbehorende uitdagingen, en dat benadrukte maar weer hoe belangrijk het is om onszelf steeds opnieuw te aarden in het wezenlijke en aandacht te schenken aan onze manier van zien en horen om zo onze relaties te verbeteren en, nog meer, onze onderlinge verschillen te respecteren.

Dit ‘geaard zijn’ helpt ons om onze zwakheden samen te dragen, rekening houdend met ieders specifieke talenten; zodat we meer en meer beschikbaar worden voor elkaar, met groeiende creativiteit en bereidheid om elkaar te helpen in het dagelijkse werk.

Het vertrek van Zr. Heidi-Elisabeth naar de Sonnenhof en de terugkeer naar Grandchamp van Zr. Irmtraud en Zr. Miriam hebben veel veranderingen teweeggebracht en hoewel we met velen zijn, hebben we hulp nodig.

Gestimuleerd door externe begeleiding voor de interne organisatie van het werk en geïnspireerd door de ervaring op de Sonnenhof, zijn we van plan om “een vriendenkring van Grandchamp” in het leven te roepen om ons te ondersteunen. Om dit project op poten te zetten is een team van vrijwilligers en zusters gevormd. Het feit dat onze middelen schaars zijn, wordt zo een kans voor wederzijdse verrijking en uitwisseling.

In de week voor Pinksteren leidden ds. Pierre-André Pouly en Yolande Boinnard een workshop waarin we hebben geleerd om beter en gedetailleerder te luisteren. Ze hebben ons goed getraind door middel van oefeningen, waarbij deze sleutelzin leidraad was: “Heb ik je goed gehoord?” Zo ontstaat er een tussen-ruimte, een opening in de relatie.

De gastenontvangst… vergde ook veel creativiteit van onze kant en verschillende aanpassingen, zoals het inrichten van de ontvangstruimte tot eetzaal voor de gasten. Sommige retraites moesten worden geannuleerd, andere vonden plaats met een beperkt aantal deelnemers of via internet.

Contacten buiten Grandchamp: We konden veel minder deelnemen aan bijeenkomsten of deden dit op afstand. Op digitale manier konden we, tijdens de Week van Gebed voor eenheid, gehoor geven aan interviews en andere verzoeken uit verschillende landen en kerken. Zr. Anne-Emmanuelle heeft in maart via Zoom met Benedictijnse abdissen uit België uitgewisseld over… de tijd na corona (!); Zr. Sonja, eveneens via Zoom, woonde de Kerk-en-Vrede-bijeenkomst bij. Zr. Pascale was aanwezig bij een vormingsdag van de vereniging St Silouane, die ‘normaal’ doorging; en Zr. Carolina nam deel aan het Christelijk Forum van Franstalig Zwitserland.

Van Zr. Françoise verscheen een boekje met haar schilderingen van de kruisweg.

Wat zien we nog meer?

Feest bij de zusters!

Tijdens de zusterraad, op 6 augustus, het feest van de Transfiguratie, vierden we ook de professie van Zr. Svenja en de 50-jarige professie van Zr. Christiane en Zr. Ingeborg-Marie. Helaas konden we niet zoveel gasten verwelkomen als gewoonlijk, maar van heinde en verre werden we gedragen door gebeden en omringd met tekenen van vriendschap. De trouw van de Heer in ons leven wordt zo tastbaar! En, daar bovenop, vierden we op 3 september de 60-jarige professie van Zr. Anne-Geneviève en Zr. Monique!.


 

Op de Sonnenhof zijn ook nieuwe ontwikkelingen: begin 2022 start het project “Gemeenschap-samen-op-weg”: een andere manier van samen leven. Enkele zusters van Grandchamp gaan samenleven met mensen die voor een bepaalde tijd met hen mee willen leven. Gezamenlijk willen zij invulling geven aan de doelstelling van deze plek van stilte en retraite. Een avontuur waar vertrouwen en lef voor nodig is!
In Woudsend (Nederland) beleefde Zr. Christianne samen met Maria de Groot momenten van onzekerheid maar ook lichtpuntjes, altijd gedragen door hoop en gebed. Met creativiteit leefden ze hun dagelijks leven als schrijfsters en deden ze mee aan solidariteitsacties in het dorp.

De bewoners van de Catharinahof in Nederland, waar Zr. Jannie woont, werden door veel beperkingen getroffen. Toch is het gebed levend gebleven, gesteund door de onderlinge contacten en de berichten die we vanuit de verte konden uitwisselen.

Zowel Zr. Anne-Geneviève als Zr. Gabrielle kregen, elk in haar eigen woonomgeving, ook te maken met veel beperkingen. Het was een zware tijd zonder samen zingen, samen toneel spelen; alle gezamenlijke activiteiten stopten. Gelukkig bieden zich nu beetje bij beetje nieuwe mogelijkheden aan die weer hoop geven.

En verder…? Het (her)openen van een fraterniteit, waarbij 2 of 3 zusters ergens anders samen leven ligt ons na aan het hart, in Israël of bijvoorbeeld in Taizé tijdens de zomermaanden – Zr. Lucie-Martine is er afgelopen jaar twee maanden geweest. Maar we denken ook aan de oproep van de zusters van de Carmel St Josef om samen met hen in Normandië een oecumenisch teken van verzoening te leven…
Onze spirituele familie: Er hebben zich nieuwe vrouwen aangesloten om op weg te gaan met de SU en ook in de Derde Orde van Eenheid zijn nieuwe mensen opgenomen. Deze groepen konden niet samenkomen zoals gewoonlijk, maar de verbondenheid en uitwisseling zijn niet verminderd.
Dit jaar wordt ook bepaald door het overlijden van vrienden en leden van onze spirituele familie, de Derde Orde van de eenheid, de SU en de Foyers d’Unité. Wij noemen speciaal de namen van broeder Sylvain van Taizé en van Sjeik Allaoui van de Soeffi-broederschap Alâwiyya. Samen met zijn familie hebben wij hem, in onze Ark, aan Gods erbarmen toevertrouwd.

En tenslotte denken we aan onze zuster Hiltje, die tot het laatst haar gevoel voor humor bewaarde. In november 2020 is ze in grote vrede heengegaan.

We zijn dankbaar en geraakt door de talrijke giften en tekenen van vriendschap die we zo getrouw ontvingen van vele vrienden en vriendinnen tijdens deze pandemietijd.

Laat de Nieuwgeborene deze Kerstmis welkom zijn in je hart zodat een amandeltak tot bloei kan komen!

De zusters van Grandchamp