1 Korintiërs 11,23-26 (Nieuwe Bijbel Vertaling)
“Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd, nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken”. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker en hij zei: “Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken”. Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.”
Lucas 24,26-35 (Nieuwe Bijbel Vertaling)
“Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan ? Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.
Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: “Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde”. Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: “Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?” Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: “De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen”. De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.”
Hoe zouden jullie ‘goedheid’ definiëren ? Wat is de betekenis van het woord ‘goed’? Wat het ‘goede’, het ‘juiste’ of de ‘goedheid’ is, laat zich niet strikt uitleggen. Zeker, we weten wat het wil zeggen. Maar hoe meer we het proberen te begrijpen, hoe moeilijker, dubbelzinniger en vager het lijkt te worden. Als dit niet het geval was, zou de wereld veel minder problemen hebben. Wat de één goed acht, vindt de ander slecht; wat de enen in de naam van het goede doen is het kwade, soms zelfs het verschrikkelijke, aan anderen aangedaan. Bovendien is dit een van de fundamentele verschillen tussen het echte leven en een western of een film als Star Wars. In deze films erkennen we het goed en het kwaad al na vijf minuten; We zien in een oogopslag wie de wie goede is en wie de schurk. In het leven, weten we, is dit niet altijd zo vanzelfsprekend.
Hoe moet ik over de goedheid van God praten, op deze feestdag waarop wij hem danken voor zijn goedheid en vrijgevigheid? Misschien is de beste manier wel om de betekenis van het woord ‘goed’ aan te pakken vanuit de meest simpele verklaring. Ik bedoel het proeven of de geur opsnuiven die de smaak aankondigt. Weten jullie, het gebeurt wel eens dat mijn vrouw en ik praten over het souper dat we van tijd tot tijd gebruiken in de ontvangstzaal na de eucharistie op donderdag. En bijna elke keer roept mijn vrouw dan uit: “Wat smaakt de koek toch goed in Grandchamp!”
Hier is geen sprake van dubbelzinnigheid. Ik snap helemaal wat ze met het woord ‘goed’ hier wil zeggen.
Stel je iets voor waarvan je gaat watertanden, een gerecht dat je de volgende woorden doet uitslaken: “Wat smaakt dit goed!” Voor mijn vrouw geldt dit zeker voor een goed stuk chocolade of koek; voor mij geldt dit dezer dagen voor gerookte forelfilet.
Wat goed is voedt ; wat juist is geeft nieuwe energie. In een psalm legt het uit wat God zelf betreft, dat wil zeggen de ultieme bron van alle goedheid: “Proef en geniet de goedheid van de Heer”(Ps 34,9). God die voedt, de goede God die het vlees aanneemt in het wonder van Kerstmis. Zijn leven maakt het Koninkrijk van God zonder weerga zichtbaar. Zijn leven is zonder meer de verkondiging van de goedheid van God. Zijn leven leidt hem tot Golgotha. En op de avond voor zijn dood, laat Jezus de bedoeling van deze dood duidelijk zien door het paasmaal te vieren. Hij zal sterven uit liefde.
De dood doen sterven door het geweld van de dood; daarvoor zal hij aan het kruis sterven. Hij zal lijden in het volste vertrouwen dat God de geschiedenis aanstuurt, in het geloof dat het onmogelijk is dat al die woorden die God in de loop der tijden aan de profeten heeft verteld geen betekenis hebben. Hij geeft zich voor de belofte van het leven, het heil van de wereld, voor een toekomst die verder gaat dan onze menselijke horizon. Zijn lichaam zal worden uitgeleverd, zijn bloed vergoten.
Door het brood zijn lichaam te noemen en de wijn zijn bloed kondigt Jezus aan dat hij voortaan de zijnen nabij zal zijn op een andere manier. En dat tot aan de zichtbare verschijning van het Koninkrijk van God, aan het einde der tijden, in het tijdperk van God. De aanwezigheid van Christus in het brood en de wijn die worden gedeeld, laat het licht schijnen op de goedheid van God: God geeft zoveel van zichzelf dat hij zich laat eten. Hier krijgt het lied van de psalmist zijn ware betekenis: “proef en geniet de goedheid van de Heer”. De Heer geeft zijn leven voor ieder van ons, voor de hele schepping. In dit brood en deze wijn proeven we de Gave van God zelf.
Dit licht van Gods goedheid is zo verblindend dat we er in ons denken en spreken steeds over struikelen om te weten te komen wanneer precies brood en wijn het lichaam en bloed van Christus worden. De vraag naar de aanwezigheid van Christus in brood en wijn vangt ons vaak in de voetklem van een mechanische uitleg die ervan uit gaat dat God niet kan zijn in hetgeen wij met eigen onze ogen zien. Iedere keer dat wij het brood en de wijn tot ons nemen, moeten we andere ogen openen, de ogen van het geloof. De God die in Christus is, de ware God en de ware mens, is ook de God die er geen enkele moeite mee heeft aanwezig te zijn in dit brood en deze wijn, die voor ons vandaag lichaam en bloed van Christus worden.
Ja, het openen van de ogen van het geloof, is het enige dat God van ons vraagt als hij zich aan ons geeft. Laten we ons niet vergissen: het is niet zo dat wij ons Christus herinneren als gestorvene en dat alleen onze herinnering hem op een of andere manier leven houdt. Nee, het is het omgekeerde: Christus is levend en daardoor kunnen wij zelf de wereld aan hem herinneren. Door het brood te nemen en de wijn, door de levende Christus in ons te ontvangen, worden we zijn teken voor de wereld, het teken dat verzoening met God altijd mogelijk is.
Als wij geraakt worden door dit geloof, zeggen wij : ‘Wij verkondigen uw dood, Heer Jezus, wij vieren uw verrijzenis en wij verwachten uw komst in glorie’. De dood, de verrijzenis en de komst in glorie van Christus, worden voor ons op deze manier de waarheid van vandaag. Wij kunnen dit geloof niet kneden en bezitten als een eigendom. Het is ook de gave van God. Daarom is het geloof een mysterie, misschien een mysterie dat nog moeilijker te doorgronden is dan het mysterie van de aanwezigheid van Christus in brood en wijn. Het mysterie van het geloof is groot, en daarom kunnen we God alleen maar danken.
De eucharistie is een feest, het feest der feesten. Zij maakt dat de volgelingen van Christus nu al in zijn tijd kunnen leven. Hierdoor kunnen we vandaag de dag al de belofte van het Koninkrijk proeven. En dat is goed, supergoed en te goed om niet met vreugde ontvangen te worden. Net als ‘de waarheid’, ‘het mooie, ‘het zijn’, etc.