Overweging door pastor Jean-Louis Eplattenier, 1 September 2018

Overweging door pastor Jean-Louis Eplattenier, 1 September 2018


Warning: Undefined array key 17652 in /home/clients/0a8e70a9e984dbb1c5f2cbde90b5d657/web/new/wp-content/plugins/jetpack/modules/carousel/jetpack-carousel.php on line 859

Overweging over Marcus 7: 1-8 en Deuteronomium. 4: 1-8

“De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen” (Joh. 1:17).

Met deze woorden van de proloog van Johannes komen wij bij de kern van de uitwisseling tussen Jezus en de Farizeeën in het evangelie van vandaag:

  • De Schrift en de tradities,
  • De Wet van het Leven en de praktijk,
  • Het Woord en de overdracht ervan:

Dit raakt de zenuw in de strijd tussen Jezus en de verdedigers van de wet, in het verleden en het heden. Welnu, Jezus heeft gezegd: “Ik ben niet gekomen om de wet af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen” – Matth. 5:17. – en de aansporing van Mozes, die we zojuist gehoord hebben zei:… ” “U zal de geboden van de Heer, uw God naleven, zoals ik ze u voorschrijf: voor alle volkeren zullen zij getuigen van uw wijsheid en uw begrip.” Het levert verrassende dromen op: stel dat de kerk de wijsheid en de intelligentie van alle volkeren kon zijn? Is dat niet haar roeping!

De geboden: 10 levenswetten, 10 richtingaanwijzers die ervoor garant staan dat we de relatie met God, onszelf en anderen respecteren. In de loop van tijd de tijd hebben de wetgeleerden er een wetboek van 613 voorschriften en 39 verbodsbepalingen van gemaakt met betrekking tot de Sabbat: zoveel waarborgen dat de Levensadem verstikt raakt. Jezus, het Woord des Levens, kwam om de wet te volmaken; zoals Joshua, voor de voltooiing van het pad dat Mozes had uitgestippeld, maar niet kon bereiken tijdens zijn leven, pakt Jezus de draad op door in de voetstappen te treden van Mozes, zijn volk en de wet.

Hij kwam geen orde op zaken stellen, hij kwam de bomen van de takken ontdoen die het bos verborgen. Hij kwam om de wet correct toe te passen, te vervolmaken, om zijn vernieuwende adem te blazen in de strengheid en rigiditeit van het klerikale wetgebouw dat de Schriftgeleerden en Farizeeën als een gouden kalf hadden opgericht. Op die manier maakten zij een kopie van het gouden kalf dat hun voorouders in de woestijn hadden opgericht, briljant, indrukwekkend, maar zonder leven.

Woord en traditie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het woord overgebracht aan de mensheid wordt traditie, maar het is de geest die beide tot leven wekt, van generatie op generatie, zodat de volgende woorden van Jezus actueel worden: “Ik ben gekomen om hun het leven te geven “, vertelt hij over zijn schapen, “in al zijn volheid” (Joh 10:10). Regels zijn onontbeerlijk voor de maatschappij, niet om hindernissen op te werpen maar om gemeenschapsleven mogelijk te maken; en wij zijn daar getuigen van. Regels wijzigen in de loop van de tijd, door noodzaak of nieuwe inzichten, ten dienste van de mensheid, en zo mogelijk tot zijn geluk.

Jezus is niet gekomen om het leven ingewikkeld te maken; eerder om de invloedsfeer uit te breiden en de ordening te vereenvoudigen, tot één beweging van Liefde. God liefhebben met heel zijn wezen, zijn naaste liefhebben als zichzelf. Hij illustreert dit door de voetwassing, waarbij hij deze –nieuwe- opdracht geeft: “Heb elkaar lief, zoals ik jullie heb liefgehad” (Joh. 13:34).

Ja, liefhebben is een opdracht, een bevel: ´heb elkander lief´: de liefde is net als de lofprijzing, een proces van het hart dat onze toewijding, onze wil, gehoorzaamheid en moed aanspreekt en – soms – het boven onszelf uitstijgen, een keuze die verder gaat dan ´liefde-op-het-eerste-gezicht´ of sympathie.

Met Christus ben je ver verwijdert van de wasbekkens van de Farizeeën, waar alleen de buitenkant wordt gereinigd. Jesaja, de profeet, zei: ´Dit volk praat mij naar de mond, terwijl hun hart ver bij mij vandaan is, hun ontzag voor mij is louter plicht, door mensen opgelegd en aangeleerd´(Jes 29,13). Ik ben niet vergeten, dat ik, samen met de Farizeeën, de gesprekspartner van Jezus ben: iemand zei over dit evangelie dat het ´het goede nieuws was voor de Farizeeën´ en dit gezegde zou ook op mij van toepassing kunnen zijn: ´Dichtbij de Kerk, ver van God´.

Wanneer het religieuze leven niet samenvalt met het leven van alle dag, dan is het slechts een blinkend steentje of een vernislaagje; vroomheid die losgekoppeld is van broederschap. Louis Evely, theoloog, zei hierover; ´sabbel dan maar in zinloze vrede op je persoonlijke heilige geestje´ (geest met kleine letter!). Wanneer het ritueel, de streektaal van Kanaän, niet meer geïnspireerd wordt door de Geest en als ik me omhul met de mantel der religie om mijn dwaalwegen, overtredingen en verraad te verbergen, dan is het ook mijn verantwoordelijkheid dat er mensen zich afkeren van de Kerk, (niet perse van God) ;

omdat ze mijn tegenstrijdigheden door hebben;

omdat het Woord van God is verwaterd in doctrinaire, theologische, kerkelijke, toespraken in een traditie die niet langer in dienst staat van leven;

omdat de kerk die vrede en eenheid preekt, in zijn luchtbel van verdeeldheid zwelgt;

Dus ja, mijn geweten van Farizeeër wordt uitgedaagd door het evangelie van deze morgen; en ik dank Jezus die mij steeds opnieuw, met onvermoeibare geduld, zijn vertrouwen schenkt en zijn liefde, in de Eucharistie, die ons wacht. “De wet is door Mozes, genade en waarheid door Jezus Christus gegeven.´ Amen.

 

Overweging van pastor Hyonou Paik, 15 augustus 2018, ter gelegenheid van het Feest van Maria, Moeder van de Heer.

Overweging van pastor Hyonou Paik, 15 augustus 2018, ter gelegenheid van het Feest van Maria, Moeder van de Heer.


Warning: Undefined array key 17396 in /home/clients/0a8e70a9e984dbb1c5f2cbde90b5d657/web/new/wp-content/plugins/jetpack/modules/carousel/jetpack-carousel.php on line 859

Jes 7,10-15 ; 1 Co 15,20-26 ; Luc 1, 39-56

In die tijd reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabeth begroette. Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot, ze werd vervuld met de Heilige Geest en riep luid: ´De meest gezegende ben je van alle vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan´. Maria zei:
´Mijn ziel prijst en looft de Heer,
Mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
Ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
Heilig is zijn naam.
Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
Voor al wie hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
En drijft uiteen wie zich verheven wanen,
Heersers stoot hij van hun troon
En wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
Maar rijken stuurt hij weg met legen handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
Zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
Jegens Abraham en zijn nageslacht,
Tot in eeuwigheid.
Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elizabeth en ging toen terug naar huis. 

Dit verhaal van de Visitatie doet me denken aan iets dat ik meemaakte tijdens de Advent periode een paar jaar geleden. Ieder jaar in november, breng ik een weekend door met de kinderen in mijn parochie als start van de voorbereiding van het kerstfeest, waarvan het belangrijkste onderdeel het ‘kerstspel’ is. Dat jaar hadden de zeer gemotiveerde kinderen besloten zelf een verhaal te verzinnen, met behulp van de computer. Een week later kreeg ik per computer de teksten binnen met de ideeën van de kinderen erin verwerkt.

Het waren meerder verhaaltjes die zich afspeelden in de hutten van een cruiseschip naar Hawaï. Toen ik ze gelezen had, was ik in verlegenheid gebracht. De verhalen waren grappig, gevarieerd en weerspiegelden verschillende aspecten van het hedendaagse leven rond Kerstmis. Maar er was een probleem, liever gezegd een heleboel problemen. Elke scene eindigde in een impasse: onenigheid tussen vrienden van zeventig jaar, een jongeman die zijn mobiele telefoon had verloren, een kind dat niet blij was omdat zijn ouders zich niet aan de belofte hielden om de pinguïns te gaan bekijken, enz. Kortom, door me deze teksten te sturen, zeiden de kinderen dat er een laatste scène moest komen waarin al deze problemen zouden worden opgelost, maximaal één pagina A4, met een vleugje kerstboodschap erin.

Ik beloofde om deze laatste scène bij te dragen. Maar de ideeën wilden niet komen, ik had er de tijd niet voor. Toen kreeg ik een goede inval. Ik deelde mijn bezorgdheid, mijn probleem….. met mijn vrouw. Wij spraken en lachten samen tijdens het verkennen van verschillende mogelijkheden, aan de lunchtafel, op weg naar het Migros winkelcentrum, enz. Hierdoor kreeg het kerstspel zijn laatste scene. Maar meer dan dat: door deze samenspraak veranderde mijn oorspronkelijke moeite in plezier. Ik heb niet alleen een slot voor de kerstboodschap geschreven, maar ik heb die ook ervaren. Ik wil het spreekwoord aanhalen, dat zegt: gedeeld pijn is halve pijn, gedeelde vreugde is dubbele vreugde.

De ontmoeting van Maria en Elisabeth gaat over de vreugde die door te delen vermenigvuldigt. Maria had pas gehoord dat ze een kind verwacht, door de aankondiging van de engel Gabriel. Ze staat op om Elisabeth te bezoeken, een teken gegeven door de engel, dat zegt “niets is onmogelijk voor God.” Ze gaat alleen op weg; er is hier geen sprake van Jozef. Het is waar dat Marie zojuist dit grote ‘ja’ van het geloof heeft uitgesproken: “Ik ben de dienstmaagd des Heren. Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.” Maar wie was Maria eigenlijk? Een jong meisje uit een klein dorp in een bezet land: een onbelangrijk persoon in de context. Een vrouw die zwanger wordt voor het huwelijk: iemand die door afwijzing met de dood wordt bedreigd. Maria verlaat Galilea, reist door Samaria naar het land van Juda; een mars van maar een paar dagen. Wat wilde ze vertellen aan Elizabeth?

Twee vrouwen omhelzen elkaar. Maria begroet Elisabeth, en ze krijgt niet eens de tijd om iets te zeggen : gelukwensen, woorden van beklemming, van angst, of over de verontrustende aankondiging van de engel Gabriel. Het is Elizabeth die het woord neemt, alsof ze iets belangrijks, zeer belangrijk nieuws te vertellen heeft. Ze zei dat dit alles een betekenis heeft : betekenis voor het kind dat zal worden geboren uit een vrouw die alle hoop verloren had, en betekenis voor het kind dat zal geboren worden uit een vrouw die niet eens begrijpt wat haar overkomt. God gaat iets doen dat voor altijd betekenis heeft voor de wereld. Want het zal een God-met-ons zijn, een God die deelt in onze vreugde en ons verdriet, onze hoop en onze teleurstellingen, onze solidariteit en onze angst.

De vreugde, veroorzaakt door de begroeting van twee vrouwen wordt steeds groter. Het lijkt erop dat de kinderen elkaar ook begroeten. De kleine eerste begroeting van Maria vindt weerklank in de harten van Elisabeth en de kinderen en verandert in een vierstemmig geluid. Elizabeth voelt haar kind opspringen van vreugde in haar buik. Het kind van Maria doet haar uitbarsten in vreugdezang: het Magnificat.

Het zou jammer zijn en niet juist om in de lofzang van Maria eenvoudigweg een omkering van de situatie te zien tussen de machtigen en de zwakken, de rijken en de armen. Deze omkering van de orde van de wereld bij de eindtijd is gericht op het volledige herstel van de schepping. Hij beschrijft de komst van eschatologische hoop: een dag zal komen dat er geen armen en rijken zullen zijn in de ogen van God, geen vervolger of onderdrukte. De dag zal komen dat dit alles geen betekenis meer heeft. We zullen gewoon allemaal kinderen van God zijn, die dezelfde vreugde delen in het aanzicht van God. Maria zingt dat deze grote verzoening van de schepping al begonnen is in het plan van God waarvan zij een bevoorrechte getuige is. Een Mariafeest vieren, haar herdenken, is ook het delen nieuwe inhoud geven: twijfel en angst tegemoet treden, een eerste noot durven zingen in het vertrouwen harmonie met anderen te vinden, delen wat al begonnen is in ieder van ons om te zeggen dat hij de toekomst van de wereld zal zijn: Jezus Christus.

Overweging door pastor Claude Fuchs op 6 augustus 2018, Feest van de Gedaanteverandering

Overweging door pastor Claude Fuchs op 6 augustus 2018, Feest van de Gedaanteverandering


Warning: Undefined array key 14943 in /home/clients/0a8e70a9e984dbb1c5f2cbde90b5d657/web/new/wp-content/plugins/jetpack/modules/carousel/jetpack-carousel.php on line 859

Onszelf zien door de ogen van God

Marcus 9. 2-10

Ze dachten dat ze Jezus al best goed kenden, Petrus, Jacobus en Johannes, de discipelen die Jezus met zich had meegenomen op de berg. Immers, ze hadden maanden lang bijna dag en nacht met hem opgetrokken en zij hadden hem overal gevolgd. Zij waren gefascineerd door zijn persoon, door zijn autoriteit en authenticiteit. Zij waren evenzo gefascineerd door de genezingen die uit zijn handen kwamen en die zij hadden leren zien als tekenen van de nabijheid van God en zijn koninkrijk waarover Jezus overal verkondigde.

Toch kregen ze die dag de kans om Jezus nog veel beter te leren kennen, tot in de kern van zijn persoonlijkheid. Zij mochten hem weer in een geheel nieuw licht zien, een zo schitterend licht “als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou krijgen”. Zij hebben geleerd Jezus met de ogen van God zelf te zien. En wat bevindt zich in de kern van Jezus’ persoonlijkheid? In het hart van zijn persoonlijkheid, bevindt zich de liefde van God die om hem heen stroomt en die hem omkleedt met een mantel van licht. De diepste waarheid over Jezus is dat God hem verklaart tot zijn “geliefde zoon” en hij vraagt ons naar hem te luisteren.

Soms vraag ik me af: en ik, wie ben ik ten diepste? Ik weet veel dingen over mijn leven en mijn karakter, mijn sterke en mijn zwakke punten, mijn successen en mijn mislukkingen. Ik weet ook dat veel van de belangrijkste dingen over mezelf verborgen blijven in mijn onderbewustzijn. Soms ben ik heel blij met mezelf, met wat ik heb gedaan en bereikt in mijn leven. Maar soms vind ik mezelf ook bijna onuitstaanbaar en ben ik bang voor de duisternis die ik in mezelf voel. Maar wat is het belangrijkste? Mijn succes of mijn mislukkingen? Mijn goede wil of mijn schuldigheid? Wat ik ben? Wie ik echt ben?

Op deze vraag is er eigenlijk maar één antwoord: God die mij tot leven heeft geroepen en die mij ten diepste kent. Ik ben degene die ik ben in zijn ogen, en als ik dus de diepste waarheid over mezelf wil weten, moet ik leren naar mezelf te kijken met de ogen van God. Dus: wat zegt hij over mij?

Als ik naar Jezus luister, hoor ik God geen beschuldigingen over mijn gebreken en/of mijn zonden uiten of complimenten geven over mijn prestaties en mijn succes. Nee, wat ik God hoor zeggen is: “Je bent mijn zoon, mijn geliefde dochter”. Wie of wat je ook bent, ik heb altijd van je gehouden en zal altijd van je houden. Het meest fundamentele dat over mij te zeggen is, net als over ons allemaal, komt tot uiting in die blik vol liefde die mij omringt als stralen, zo schitterend licht “als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou krijgen”

Hierdoor kan ik leren mezelf te accepteren en – bovendien – om van mezelf te houden zoals ik ben.

Ondanks mijn tekortkomingen, mijn fouten en mijn mislukkingen. Ze zijn belangrijk, maar ze zijn niet het belangrijkst. En dat geldt ook voor anderen. Ook zij hebben hun hun reële en zichtbare sterke en zwakke punten. Maar de essentie voor hen is ook dat zij kinderen van God zijn, kinderen die geheel door zijn liefde worden omringd – wat er ook gebeurt – als door een mantel “zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou krijgen”.

Bewustwording hiervan zal ons stap voor stap bevrijden van de gewoonte het goede en het kwade ins onszelf en in anderen te blijven wikken en wegen. Als geliefde kinderen van God zijn we gemotiveerd en gesterkt om steeds meer datgene en diegene te worden die we in Gods ogen al zijn: om te leven, te denken, te praten en te handelen als door God oneindig geliefde personen. En daardoor zal ons leven beetje bij beetje van gedaante veranderen in het beeld van Christus. Amen.

 

Overweging door pastor René Perret 26 juli 2018

1 Johannes 4,1-6 ; Marcus 5,21-43

Uit deze twee mooie lezingen, neem ik drie woorden om er nu over te mediteren. Het eerste is genomen uit de brief van Johannes : ”iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is” heeft de goede manier om te geloven gevonden. Jezus-God redt; de door God beloofde Messias, de vervulling van zijn wil: deze drie benamingen maken indruk op ons, een persoonlijkheid die ons verstand te boven gaat, een mens-God waar we nooit omheen kunnen…op gevaar af het belangrijkste te missen: hij is vlees geworden, hij heeft onder ons gewoond! Kun je het je voorstellen?! Het stelt vragen aan ons mens-zijn, de manier waarop we ons ware leven in al haar facetten leven! Jezus, in wie wij geloven, die in ons hart woont, Jezus was de meest mensgewordene van alle levenden, in naam van de wil zelf van God onze Vader, de Schepper.

Is dit niet een krachtige uitnodiging om hem ons hele wezen aan te bieden en voor hem te openen, en niet alleen onze ziel en onze geest,…. ? “Want wij zijn uit één stuk gemaakt”, uit één vlees, gewenst sinds het begin van het Universum. En onze broeder Jezus vraagt ons hem in ons te ontvangen – in ons ondeelbare vlees, hij die vleesgeworden is en die dat blijft, ook als opgestane. Om ervoor te zorgen dat we op het pad van de incarnatie blijven: steeds dichter bij onszelf en de anderen, door Jezus die ons inspireert.

Het tweede woord komt uit het evangelie: wie raakte mijn kleren aan? Dit vraagt Jezus, onder druk gezet door de menigte—net als of het Emmanuel Macron zou zijn geweest als hij gisteren de Tour de France had bezocht!- Is dit niet de meest vleesgeworden Jezus, hier, wiens kleding net door de vrouw is aangeraakt met al het geloof dat ze nog in zich had? Het is opzettelijke aanraking, vol vertrouwen en hoop, die op Jezus terugslaat en hem laat antwoorden, zelfs voordat hij zijn mond opendoet, aan deze radeloze vrouw. Niks geen toverij hier, zou ik zeggen! Maar eerder de realiteit van een liefdevolle uitstraling die in het kledingstuk van Jezus verweven is.

Hier vindt de genezing plaats midden in de drukte en in een menigte die er niets van merkt, die helemaal opgaat in de bewondering van de aanwezigheid van de grote profeet. . De zieke vrouw is eindelijk genezen, niet door nog een behandeling, maar omdat ze echt bij Jezus, de Verlosser en Bevrijder, kon komen met datgene dat haar gedurende 12 jaar had uitgeput. Wij hebben dat ook: directe toegang tot Jezus de Verlosser.

Hebben wij tijdens de maaltijd waarbij hij zichzelf geeft, niet een echte manier om hem aan te raken, om ons door hem te laten aanraken, te laten voeden, te laten helen, te laten genezen van wat ons uitput in het leven? Zijn wil is alomvattend, net als zijn aanwezigheid in de gaven aan ons. Het is aan ons om hem naar hem te verlangen zoals deze vrouw, om hem toe te vertrouwen welke aanraking wij nodig hebben; het is aan ons in de ontmoeting met hem te vertrouwen en onze hoop erin te leggen, hier en nu, in de drukte en de menigte van alledag.

De derde wordt komt ook uit het evangelie: ‘Talita – koem! – ‘Meisje, sta op!, – Zo heft Jezus dit meisje op uit de dood. Ook hier vindt het wonder plaats in besloten kring: alleen de ouders van het meisje en Petrus, Jacobus en Johannes zijn erbij. Het lijkt een onthulling voorbehouden aan intimi, aan degenen die verder kijken dan de hand van Jezus die het meisje opricht. Zij was stervend en daarna dood verklaard, maar Jezus ziet haar als “slapende”. Hij draagt haar op wakker te worden, in zijn eigen logica die de onze te boven gaat.

Dit wonder, dat een beetje op de opstanding van Lazarus lijkt, Jezus maakt er geen toestand van, behalve dat hij de ouders vraagt eten voor hun dochter klaar te maken. Jezus toont zich hier als degene die tot leven wekt, zelfs van degene die gestorven zijn zou. Hij zal in het evangelie van Johannes tegen de zus van Lazarus zeggen: Ik ben de opstanding en het leven: wie in mij gelooft , zelfs als hij sterft, zal leven; en wie leeft en gelooft in mij zal nooit sterven. Gelooft u dit? We zijn uitgenodigd om te zien en te geloven wat hier gebeurd is. Om te geloven dat Jezus iemand uit de dood kan opwekken die daarom heeft gevraagd, in dit leven en in het opgestane leven.

Laat het wel wezen: Ik heb nooit in mijn omgeving iemand die dood was door Jezus weer tot leven gewekt zien worden. Maar in degenen die voelen dat ze gaan sterven, die op sterven liggen, heb ik soms mogen zien dat Jezus hen een teken van een nieuw leven gaf, een leven dat sterker is dan de dood

Ik hoor dit ‘Wordt Wakker! ’weerklinken vanuit de woorden die bij een doop uitgesproken worden of tijdens de Paasmorgen: ‘Wordt wakker’ en in jou zal Christus stralen: En voor ons, wat heeft dit ‘Wordt wakker’ met ons te maken? Dragen wij iets van dood met ons tijdens ons leven, dat onze weg doet lijken op een zoektocht in het graf? Dat ons ten gronde richt, wat we ook doen of willen? Dit ‘Talita, sta op!’ is bestemd voor ons, en we durven het te zeggen en herhalen, met evenveel vertrouwen en hoop als waarmee we Maranata zeggen! De heer komt! Kom, heer!

Alleluja! Gelukkig zijn wij door Jezus te kennen en door Jezus, die mens geworden is, gekend te zijn.

Hij laat zich door ons aanraken, zodat we de kracht van zijn heling kunnen voelen; hij roep ons op te ontwaken uit alle dodelijke situaties in ons leven, om hier al tot een leven te komen dat oneindig is, een volwaardig leven, een leven dat overvloeit van tederheid, van vergeving, van delen. Amen

Overweging van pastor John Ebbutt op 15 Juli 2018

Overweging van pastor John Ebbutt op 15 Juli 2018


Warning: Undefined array key 17166 in /home/clients/0a8e70a9e984dbb1c5f2cbde90b5d657/web/new/wp-content/plugins/jetpack/modules/carousel/jetpack-carousel.php on line 859

Beste vrienden, ik wijs jullie er meteen op dat ik iets ga vertellen om niets te zeggen.

Oh, ik weet het best! Jullie denken:
‘Als hij niets te vertellen heeft, kan hij beter zijn mond houden’
Dat is duidelijk, maar veel te gemakkelijk. Willen jullie dan dat ik hetzelfde doe als degenen die niets te vertellen hebben en dat voor zich houden? Nee, als ik niets te zeggen heb, wil ik dat iedereen dat weet!
Ik wil dat anderen daar hun voordeel mee doen.

Vrees niet, dit is alleen maar het begin van een sketch van Raymond Devos over het niets….
Een beetje humor om mee te beginnen, want het Evangelie van vandaag, gaat nou juist uit van niets,

of heel weinig!

“Neem niets mee voor de reis ! geen brood, geen tas, geen geld in de gordel, met uitzondering van een staf, sandalen, en een hemd”

Niets wat overbodig is, geen wapens, zonder reservespullen of wollen sokken, zonder geldbuidel of extra kleding! Een compromisloze uitspraak, die zo idealistisch is dat het moeilijk te geloven is, dat die op een dag in de praktijk werd gebracht. En toch is, door de geschiedenis heen, het lezen van deze passage letterlijk genomen, en heeft nieuwe bewegingen doen ontstaan van een diepgaand, nieuw geloof, of dat nu is onder invloed van Pierre Valdo en de armen van Lyon, of van Sint Franciscus van Assisi en anderen. Ik durf erom te wedden dat zonder deze invloedrijke personen en herhaalde studies om tot de essentie terug te keren, het christendom al lang niet meer geloofwaardig zou zijn en ontkracht zou zijn door een terughoudend conformisme. Tekenen van een radicale keus, zoals jullie hier zijn gekomen lieve zusters, al hebben jullie zeker meer dan een hemd ! Want de essentie van de boodschap is niet de armoede te aanbidden, daar een heldhaftige waarheid van te maken, zich ontdoen uit afkeer van rijkdom.

De eerste basisregel die ik in deze uitspraak zie, is eigenlijk een simpele waarheid. Het is: eenzelfde uiterlijk, eenzelfde blik. Een eenheid die de samenhang van het leven is.
Hoeveel tijd, hoeveel jaren, hoeveel ervaringen, zijn er nodig om ons pantser af te leggen, onze bedekking van snuisterijen, onze krukken van zekerheid?
Hoeveel tijd hebben we nodig om voor het aanzien van de ander te verschijnen met niets dan onszelf, zonder pretentie-spelletjes te spelen?
Hoeveel tijd om voorbij gebruiksklare formuleringen te gaan en comfortabele gewoonten?
Hoeveel tijd om je niet langer te rechtvaardigen, maar om te leren verliezen en winnen?
Hoeveel tijd om een deklaag, uiterlijk vertoon, een vernisje, weg te halen?
Neem dus geen twee hemden mee: leer je bloot te geven, risico’s te nemen, je helemaal te geven. Dat is de logica van de spelinzet.

“Als jullie een huis binnengaan, blijf daar dan wonen tot jullie de plaats weer verlaten”.

Het tweede niets, is deze open afwachting. Wachten op wat komen gaat. Deuren, handen, ontvangsten….onverwachte dingen die tekenen worden, lichtjes die aangaan, ontwapenende, hartelijke gastvrijheid.
Ja, het leven als een gave. Liefderijke zorg in verborgenheid, in ootmoed, maar die wel redding brengt op momenten van verlatenheid. Een oproep om niet alleen degene te zijn die geeft, in een sterke positie, als winnaar, maar te leven zonder iets van te voren te weten. En door dit loslaten, de wederzijdsheid van de hulp, de mysterieuze verbondenheid van de mensheid herstellen.
Alles op je af laten komen, het onverwachte mogelijk te maken, als sporen dat de Geest overal aan het werk is. Ook bij de anderen! In de Voorzienigheid geloven, om te wereld anders te zien. Dat is niet niks! Hier moet ik denken aan een vrouwelijke parochiaan die op reis was gegaan op het Jacobs pad op Paasdag van dit jaar. Ze vertelde me over de dagelijkse gastvrijheid, te gekke vriendelijkheid, waardoor zij als ander mens is teruggekomen

”Als U ergens niet welkom bent, ga dan weg, veeg het stof van uw voeten af”

Het derde niets, “en drie maal niets is al heel wat” zoals Devos zei! Welnu, dat is de lichtheid in je wandelingen en je handelen. Licht, daar waar we zwaar en log zouden kunnen zijn, daar waar we teveel doen, daar waar we onszelf uitputten door teveel energie te steken in het veranderen van kaders, van onze werkkringen, daar waar we dingen forceren om ze naar onze hand te zetten.
Lichtheid in onze organisaties, onze instellingen, waar niets zonder commissie lijkt te kunnen…..
Lichtheid om niet in onze drang naar rust en controle verstrikt te raken; maar ook om los te laten, dat wat leven draagt en dat wat steriel is, daar waar nog adem is en daar waar de tijd voorbij is. Aan de wereld, aan de anderen teruggeven wat van hen is. Teruggeven aan de Keizer, het stof niet laten kleven aan onze schoenzolen. Afscheid kunnen nemen.
Zich bevrijden van de dwang altijd nuttig te moeten zijn, te presteren, aanvaard te worden en erkend….
Loslaten om in beweging te blijven, soepel om te kunnen keren, andere onvoorbereide aandachtspunten te vinden. Ik hou van die instabiliteit, dat op weg zijn dat ons karakteriseert en dat je ervan weerhoudt te rigide te worden, te vastgeroest, met stof dat altijd terugkomt! Niets aan ons laten kleven dat niet nodig is. Wat is het een uitdaging om pelgrim te zijn!

“De discipelen gingen dus aan iedereen verkondigen dat ze hun gedrag moesten veranderen. Zij verjoegen veel onreine geesten. Zij zalfden vele zieken en genazen hen”.

Het vierde niets, maakt plaats voor het Alles. Dit Alles dat niets lijkt, omdat het eenvoudig, onverwacht en licht is …..naar het beeld van de uitgezondenen. Misschien wel naar ons beeld!
Een Evangelie dat een woord is van verandering. Een woord dat heling brengt door zijn heelheid en dat bevrijdt. Een woord dat vergezeld gaat van zichtbare tekenen om nieuw leven te brengen. Deze diepgaande verandering, deze ommekeer, is geboren in een ethische houding, een uitstraling. Hij bevindt zich in de waarheid van degenen die zich laten uitnodigen, dit schijnbare niets dat transparant is, om als men zich bloot geeft Christus, de Verrezene, met zich mee te brengen.

Neem niets mee…maak het jezelf niet te moeilijk en te zwaar, dan heb je de energie om het goede nieuws in zijn geheel te dragen, en is er ruimte voor dat wat stroomt en rond spettert. Zo kunnen we laten zien dat we de schat in een simpele aardewerken vaas dragen. Laten zien dat rijkdom niet ligt in afscherming, in bewapening, maar in iets heel kleins, in dit 3- keer- niets zoals een graankorrel die ontkiemt, goedaardigheid die wortel schiet, en energie die tot wasdom brengt. Laten zien welke vrijheid in verbondenheid mogelijk is in de harten van mensen, omgeploegd zoals een veld, dat opnieuw wordt ingezaaid. In het Niets opent de ruimte zich voor het Alles, wat Vreugde, Eenvoud en Barmhartigheid is.

Amen.

Overweging op donderdag 31 mei 2018, feest van de instelling van de eucharistie, door pastor Hyonou Paik

Overweging op donderdag 31 mei 2018, feest van de instelling van de eucharistie, door pastor Hyonou Paik


Warning: Undefined array key 13602 in /home/clients/0a8e70a9e984dbb1c5f2cbde90b5d657/web/new/wp-content/plugins/jetpack/modules/carousel/jetpack-carousel.php on line 859

1 Korintiërs 11,23-26 (Nieuwe Bijbel Vertaling)

 “Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd, nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken”. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker en hij zei: “Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken”. Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.”

Lucas 24,26-35 (Nieuwe Bijbel Vertaling)

“Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan ? Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.
Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: “Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde”. Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: “Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?” Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: “De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen”. De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.”

Hoe zouden jullie ‘goedheid’ definiëren ? Wat is de betekenis van het woord ‘goed’? Wat het ‘goede’, het ‘juiste’ of de ‘goedheid’ is, laat zich niet strikt uitleggen. Zeker, we weten wat het wil zeggen. Maar hoe meer we het proberen te begrijpen, hoe moeilijker, dubbelzinniger en vager het lijkt te worden. Als dit niet het geval was, zou de wereld veel minder problemen hebben. Wat de één goed acht, vindt de ander slecht; wat de enen in de naam van het goede doen is het kwade, soms zelfs het verschrikkelijke, aan anderen aangedaan. Bovendien is dit een van de fundamentele verschillen tussen het echte leven en een western of een film als Star Wars. In deze films erkennen we het goed en het kwaad al na vijf minuten; We zien in een oogopslag wie de wie goede is en wie de schurk. In het leven, weten we, is dit niet altijd zo vanzelfsprekend.

Hoe moet ik over de goedheid van God praten, op deze feestdag waarop wij hem danken voor zijn goedheid en vrijgevigheid? Misschien is de beste manier wel om de betekenis van het woord ‘goed’ aan te pakken vanuit de meest simpele verklaring. Ik bedoel het proeven of de geur opsnuiven die de smaak aankondigt. Weten jullie, het gebeurt wel eens dat mijn vrouw en ik praten over het souper dat we van tijd tot tijd gebruiken in de ontvangstzaal na de eucharistie op donderdag. En bijna elke keer roept mijn vrouw dan uit: “Wat smaakt de koek toch goed in Grandchamp!”

Hier is geen sprake van dubbelzinnigheid. Ik snap helemaal wat ze met het woord ‘goed’ hier wil zeggen.
Stel je iets voor waarvan je gaat watertanden, een gerecht dat je de volgende woorden doet uitslaken: “Wat smaakt dit goed!” Voor mijn vrouw geldt dit zeker voor een goed stuk chocolade of koek; voor mij geldt dit dezer dagen voor gerookte forelfilet.

Wat goed is voedt ; wat juist is geeft nieuwe energie. In een psalm legt het uit wat God zelf betreft, dat wil zeggen de ultieme bron van alle goedheid: “Proef en geniet de goedheid van de Heer”(Ps 34,9). God die voedt, de goede God die het vlees aanneemt in het wonder van Kerstmis. Zijn leven maakt het Koninkrijk van God zonder weerga zichtbaar. Zijn leven is zonder meer de verkondiging van de goedheid van God. Zijn leven leidt hem tot Golgotha. En op de avond voor zijn dood, laat Jezus de bedoeling van deze dood duidelijk zien door het paasmaal te vieren. Hij zal sterven uit liefde.

De dood doen sterven door het geweld van de dood; daarvoor zal hij aan het kruis sterven. Hij zal lijden in het volste vertrouwen dat God de geschiedenis aanstuurt, in het geloof dat het onmogelijk is dat al die woorden die God in de loop der tijden aan de profeten heeft verteld geen betekenis hebben. Hij geeft zich voor de belofte van het leven, het heil van de wereld, voor een toekomst die verder gaat dan onze menselijke horizon. Zijn lichaam zal worden uitgeleverd, zijn bloed vergoten.

Door het brood zijn lichaam te noemen en de wijn zijn bloed kondigt Jezus aan dat hij voortaan de zijnen nabij zal zijn op een andere manier. En dat tot aan de zichtbare verschijning van het Koninkrijk van God, aan het einde der tijden, in het tijdperk van God. De aanwezigheid van Christus in het brood en de wijn die worden gedeeld, laat het licht schijnen op de goedheid van God: God geeft zoveel van zichzelf dat hij zich laat eten. Hier krijgt het lied van de psalmist zijn ware betekenis: “proef en geniet de goedheid van de Heer”. De Heer geeft zijn leven voor ieder van ons, voor de hele schepping. In dit brood en deze wijn proeven we de Gave van God zelf.

Dit licht van Gods goedheid is zo verblindend dat we er in ons denken en spreken steeds over struikelen om te weten te komen wanneer precies brood en wijn het lichaam en bloed van Christus worden. De vraag naar de aanwezigheid van Christus in brood en wijn vangt ons vaak in de voetklem van een mechanische uitleg die ervan uit gaat dat God niet kan zijn in hetgeen wij met eigen onze ogen zien. Iedere keer dat wij het brood en de wijn tot ons nemen, moeten we andere ogen openen, de ogen van het geloof. De God die in Christus is, de ware God en de ware mens, is ook de God die er geen enkele moeite mee heeft aanwezig te zijn in dit brood en deze wijn, die voor ons vandaag lichaam en bloed van Christus worden.

Ja, het openen van de ogen van het geloof, is het enige dat God van ons vraagt als hij zich aan ons geeft. Laten we ons niet vergissen: het is niet zo dat wij ons Christus herinneren als gestorvene en dat alleen onze herinnering hem op een of andere manier leven houdt. Nee, het is het omgekeerde: Christus is levend en daardoor kunnen wij zelf de wereld aan hem herinneren. Door het brood te nemen en de wijn, door de levende Christus in ons te ontvangen, worden we zijn teken voor de wereld, het teken dat verzoening met God altijd mogelijk is.

Als wij geraakt worden door dit geloof, zeggen wij : ‘Wij verkondigen uw dood, Heer Jezus, wij vieren uw verrijzenis en wij verwachten uw komst in glorie’. De dood, de verrijzenis en de komst in glorie van Christus, worden voor ons op deze manier de waarheid van vandaag. Wij kunnen dit geloof niet kneden en bezitten als een eigendom. Het is ook de gave van God. Daarom is het geloof een mysterie, misschien een mysterie dat nog moeilijker te doorgronden is dan het mysterie van de aanwezigheid van Christus in brood en wijn. Het mysterie van het geloof is groot, en daarom kunnen we God alleen maar danken.
De eucharistie is een feest, het feest der feesten. Zij maakt dat de volgelingen van Christus nu al in zijn tijd kunnen leven. Hierdoor kunnen we vandaag de dag al de belofte van het Koninkrijk proeven. En dat is goed, supergoed en te goed om niet met vreugde ontvangen te worden. Net als ‘de waarheid’, ‘het mooie, ‘het zijn’, etc.